We vlogen van Phnom Penh naar Saigon. Vandaar uit ging het verder naar Mui Ne. We gingen de twee duin gebieden bekijken.
De volgende dag reden we naar de jungle. 's Avond gingen we met een nachttoer. We werden met een jeep naar een grote vrachtauto gebracht. Achterop waren banken gemonteerd en konden we zitten. Als we plaats hadden genomen, reden we de jungle in. De andere toergasten juinden als de chauffeur langzamer ging rijden, ze dachten dat hij voor wilde dieren stopte. Maar meestal reed hij langzamer omdat er een grote kuil in de weg was. Plotseling zagen we in de sterke straal van een zak-lamp twee oplichtende ogen. We wisten niet wat voor een dier het was. Later herkenden we de herten. Vermoedelijk hebben we ook nog een civet gezien. Een civet is een katachtig dier.
We liepen de volgende morgen door de jungle naar het krokodillenmeer. Op onze tocht zagen we een salamander die kan vliegen. Eindelijk kwamen we bij het meer aan. Helaas zagen we geen van de daar 300 levenden krokodillen. Ze kunnen wel 3 meter lang worden. Onze gids legde uit, dat het voor de krokodillen veel te heet was en dat ze daarom in het water lagen. Later liepen we weer door de jungle terug.
De dag daarop gingen we met een boot over de rivier naar een eiland. Op dit eiland is het appen rescuecentrum. Er leven daar apen die gevangen werden genomen en bij mensen als huisdier in een kooi leefden. Door een organisatie worden ze "gekocht" en naar het centrum gebracht. Ze leven eerst in een hele grote kooi met meerdere apen. Ze moeten weer leren klimmen en spelen met andere apen. Wanneer de apen weer een beetje aap zijn geworden, gaan ze naar een open terrein, vol met bomen. Daar leren ze hoe ze in de jungle kunnen overleven. Als het zover is worden ze in de jungle los gelaten. Dit proces duurt wel 6 jaar.
We reden met de auto naar Saigon. De volgende dag bezochten we het oorlogsmuseum. Er waren pantservoertuigen, vliegtuigen en helikopters te zien. In het museum worden wapens en foto's van de oorlog tentoongesteld. Ook bezoeken we een nagebouwde gevangenis uit de oorlogstijd. Het was echt vreselijk.
Donderdag reden we naar een wel over 200 km groot tunnelcomplex, dat in de Vietnamoorlog door de Vietcong als schuilplaats voor de Amerikanen werd gebruikt. De tunnels zijn op drie niveas gegraven: een niveau 3 meter onder de grond, een 5 tot 7 meter en een tot 11 meter diep. Veel mensen moesten bijna 20 jaar in de tunnels leven. We mochten in een vergroters tunnel (extra voor de buitenlandse "McDonald" verwende toeristen - die een beetje dik en groot zijn) naar binnen kruipen. De tunnel is toch nog smaller als een schoolburootje. Ook is hij niet hoog, zelfs ik moet gebukt gaan.
Ja en morgen is het dan zo ver: Het einde van onze reis. We vliegen vrijdag terug naar huis! Graag zou ik wel twee maanden langer onderweg zijn.
___________________
Wir flogen von Phnom Penh nach Saigon. Von dort aus fuhren wir nach Mui Ne. Wir besuchten dort 2 Sanddünen.
Tags darauf fuhren wir in den Dschungel. Dort machten wir uns für die Nachttour parat. Zuerst wurden wir mit einem Jeep zu einem grossen Lastwagen mit einer offenen Ladefläche gebracht. Wir waren die letzten, die in den Lastwagen einstiegen. Dann ginge los. Die anderen Gäste flippten immer aus, wenn der Lastwagen langsamer wurde, da sie dachten, der Fahrer habe ein Tier gesehen. Meistens war der Grund aber ein Loch in der Strasse. Plötzlich sahen wir im Licht der Taschenlampe zwei gelbleuchtende Augen. Wir wussten nicht zu welchem Tier diese Augen gehörten. Später erkannten wir dann Rehe. Wahrscheinlich haben wir noch einen Civet gesehen, ein katzenartiges Kleintier.
Am nächsten Tag wanderten wir eineinhalb Stunden durch den Urwald zum Krokodilsee. Auf dieser Wanderung entdeckten wir einen Salamander, der fliegen kann. Endlich kamen wir am See an. Leider sahen wir keine der rund 300 Krokodile, die zum Teil bis 3 m lang sind. Unser Führer erklärte uns, dass es für die Krokodile zu heiss ist und sie deshalb unter Wasser liegen. Danach marschierten wir wieder alles zurück.
Am nächsten Morgen tuckerten wir mit einem kleinen Boot zu einer Insel im Fluss.Auf dieser Insel bauten einige Menschen eine Affenrettungsstation. Dort leben Affen, die von Jägern gejagt und in Privathaushalten gehalten wurden. Zuerst bleiben die Affen in einem grösseren Käfig, damit sie wieder klettern lernen und sich nicht mehr am Boden aufhalten. Wenn die Affen das gelernt haben, kommen sie in ein offenes Gehege,das voll mit Bäumen ist. Erst danach, wenn sie alles wieder gelernt haben, das sie wissen müssen, um im Urwald zu überleben, werden sie freigelassen. Das kann bis zu 6 Jahre dauern.
Wir fuhren mit dem Auto vom Dschungel nach Saigon. Am nächsten Tag besuchten wir das Kriegsmuseum. Dort waren Panzer, Flugzeuge und Helikopter vor dem Museumsgelände ausgestellt. Im Museum werden Waffen und Fotos vom Krieg gezeigt. Als wir alles angeschaut haben, besichtigten wir ein Gefängnis, das nachgebaut war wie ein Gefängnis im Krieg. Grauenhaft!
Am nächsten Morgen fuhren wir zu einem 200 km langen Tunnelsystem, das im Vietnamkrieg von den Vietcongs als Versteck vor den amerikanischen Soldaten benutzt wurde. Die Tunnelanlage ist dreistöckig und viele Menschen lebten dort fast 20 Jahre lang unter der Erde.
Wir durften in einen vergrösserten Tunnel (extra für die ausländischen, Mc Donald-gewöhnten Touristen) einsteigen. Er ist schmaler als die Breite eines Schulpultes. Auch ist er nicht hoch, denn sogar ich musste den Kopf einziehen.
Ja und leider ist morgen unsere Reise zu Ende, denn wir fliegen am Freitag nach Hause! Ich würde gerne noch weitere 2 Monate anhängen.
___________________
De foto van de dag - Tagesfoto

___________________
Mijn dagbelevenis - Tageserlebnis
Van een hoge "zandbrug" in het warme zand springen - Von einem "Sandbrücke" im heissen Sand springen.
___________________
Weekfotos - Wochenfotos










___________________
