
___________________
De Khmer-tempels van Angkor
We zijn aangekomen in Siem Reap, de stad waar aangrenzend Angkor Wat en Tom liggen. Samen liggen de Tempels en ruïnes van de oude tempelstad - Angor Wat - en van de vestingstad - Angkor Tom - op een gebied van 400 qkm. Heeft Cambodia over 1000 tempels over het land verdeeld, is 1/3 van alle tempels hier concentreert.
De reis naar Siem Reap ging over de hoofdstraat naar Battambang - noord-noord-westelijk va Phnom Penh - met de auto. Het was een mooie rit met veel mooie landschappen en dorpjes. Het wegverkeer is veel rustiger als in Vietnam. Het verkeer is ook anders, meer privé auto's dan bussen en natuurlijk af en toe vrachtverkeer. De auto's, scooters en brommers zijn ook wat ouder als die in Vietnam. Onderweg stopten we even bij een Cambodiaanse bruiloft. Het was erg kleurrijk en ik moest natuurlijk even een paar foto's maken. Het bruidspaar vond het leuk dat er een toerist spontaan langs kwam, en de vader van de bruid nodigde me ook uit om aan het feestdiner deel te nemen. Vriendelijk bedankte ik met gebaren en onze gids vertaalde de rest voor me. Voordat ik weer naar de auto ging, kreeg ik nog een biertje en stootte aan op het bruidspaar.
In Battambang arriveerden we na een rit van 5 uren en het ging al gauw naar de attractie van de buurt: de bamboe-trein. De Fransen hebben in het begin van deze eeuw een spoor aangelegd, wat nu niet meer wordt gebruikt. Op een traject van ca. 3 km rijden plaatselijke met een primitief karretje met een brommer motortje over de rails. Het karretjes bestaat uit 2 assen met treinwielen, een bamboe-constructie waarop maximaal 4 personen kunnen zitten. Het gaat vrij snel en omdat de rails-stukken of krom zijn, of tamelijke tussenruimtes (naar boven, links of rechts) hebben, vlieg je met harde schokken over het railstraject - we moesten ons af en toe goed vast houden: in Nederland of Zwitserland zou dit nooit mogen. De landschappen waren echt prachtig.
Van Battambang ging het de volgende dag met een lange slanke boot over de rivier xyz naar Siem Reap. Met genoeg water gaat de vaart 5 uren, met weinig water doe je er wel 8 uren over - wat bij ons dus het geval was. Omdat de boot door het lage water niet snel kon, kregen we erg veel mee van het leven aan de rivier. De mensen leven in meestal bamboe of houten hutten of huisjes, soms op een woonboot, soms op een boot op het land droog gelegd. Ze leven van de visserij en akkerbouw - rijst. Omdat het nu in het droge seizoen is, wordt er weinig rijst aangebouwd - alleen die, die over een pompmotortje beschikken hebben rijst aangeplant. Zij kunnen met het rivierwater stukjes land bewateren. We krijgen goed mee, dat het leven hier heel eenvoudig is - het gemiddeld jaarlijks inkomen in Cambodia ligt op ruim 350$ - en hier leven ze echt onder het gemiddelde.De beelden zijn hoewel armoedig, mooi en kleurrijk maar ook indrukwekkend. Tijdens een tussenstop in een dorp op het water, valt het oog ook op een paar "blauwe" woonboten. De kinderen, mannen en vrouwen dragen een uniform: het is een school gesponsord door UNICEF. De rivier baant zich een weg met veel bochten door de vlakke landschappen afwisselend met mangroven-bossen, vissersdorpjes en rijstbouwers. De rivier komt uit in het Tonlé Sap meer, noordelijk eraan ligt Siem Reap. In Siem Reap aangekomen, gaat het na een koel biertje, meteen weer verder richting Angkor.
In het begin van de Khmer-rijk (8. eeuw nC) bouwden een aantal koningen tijdens hun heerschappij nieuwe tempels voor verschillende goden met daar rondom nieuwe steden waarnaar zij hun zetel verplaatsten. Alleen de tempels en poorten van de steden waren van steen. De huizen werden van hout gebouwd. Helaas is er dan ook van de huizen niks meer over. In de twaalfde eeuw werd de hoofdstad opnieuw verplaatst naar de stad die was ontstaan rond de tempel Angkor Wat (gebouwd door koning Suryayarman II). In de 15. eeuw besloten de koningen (gedwongen door vele oorlogen met het huidige Thailand) het gebied te ontruimen en de bevolking - er woonden in die tijd meer als 1 miljoen mensen in de stad - te verhuizen naar het gebied rondom het huidige Phnom Penh. Angor Wat raakte in de vergetelheid. De natuur heroverde het land weer terug en de achtergebleven dorpsbewoners gebruikten dat van de tempels en gebouwen, wat ze goed konden gebruiken. Het hele gebied veranderde langzaam weer in een jungle en het complex werd - behalve door de lokale bevolking - vergeten. Pas rond 1900 stuitte een Franse expeditie op het complex en toonde het aan de rest van de wereld. Het complex van 400 qkm staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Onze auto met chauffeur en gids wachten al en rijden ons er naar toe. Het gebied is vanwege plunderaars goed afgeschermd en je komt er alleen maar in met tickets en legitimatie. We bezoeken een eerste tempel en onderweg passeren we indrukwekkende tempelruïnes. Het zingen van krekels en vogels wijst ons erop, dat we in een jungle-gebied zijn aangekomen. Onze gids verteld ons over Angkor en over de ervaring van zijn familie tijden de oorlogen en rode Khmer onderdrukking. We rijden ook door dorpjes en de mensen zijn vrolijk en wuiven naar ons. Onze gids verteld, dat dit nog steeds de oorspronkelijke bewoners zijn en dat de dorpjes nog net zo zijn als in de tijd van de Angkor-periode. Tegen de avond worden we naar onze overnachting gebracht. Dit keer zijn we niet in een hotel maar in een "home-stay" bij een boer - een soort bed & breakfast. We zijn verrast, want we blijven in het afgeschermd en 's avonds afgesloten gebied. De eigenaar heet een tamelijk groot landgoed en bied logies aan. We worden 's avonds verwend door de originele Khmer keuken. Gianni en Chiara vinden alles prachtig: ze horen de dieren om ons heen en in de jungle.
De volgende dagen zijn we weer gewoon in een hotel en gaan er met onze gidsen en chauffeur er fanatiek op uit. Eerst bezoeken we de oude vestingsteden Angkor Thom en Bayon met verschillende tempels voordat we naar een van de grootste religieuze tempel-complexen ter wereld - Angkor Wat - gaan. Nadat we van de tempels verzadigd zijn maken we nog een dagtochtje over het land en varen met een bootje over een riviertje door een dorp waarvan de huizen op meters hoge palen staan. In het regen seizoen komt het water wel 8 meter hoger. Een dorp op "stelten" lijkt het wel , en ook de stalletjes met enkele varkens staan op stelten. Vissers staan in of langs de rivier met werpnetjes. Andere zwemmen onder water om vis op te jagen.




___________________
Die Khmer-Tempel von Angkor
Eine vierstündige Autofahrt brachte uns am Sonntag nach Battambang. Battambang war immer wieder bis 1994 von den Khmer rouge in ihre Gewalt gebracht worden. Ein bisschen vergammelt sieht sie aus, diese Stadt. Arm und reich wohnen Tür an Tür.
Am Abend essen wir draußen vor einem Restaurant. Auf den Strasse tummeln sich drei Knaben im Alter von 8 bis 10 Jahren. Einer der Jungs kommt zu uns und kniet bettelnd vor uns ab. Wir geben ihm einen viertel Dollar, verscheuchen ihn allerdings. Er bedankt sich und trabt von dannen. Weiter hinten auf der Strasse wartet der dazugehörende Erwachsene und ihm wird sofort das erhaltene Geld zugesteckt. Vor uns, näher an der Strasse, sitzt ein ausländisches Pärchen. Als sie fertig gegessen haben, erheben sie sich und ziehen an den noch leeren Tisch hinter uns um. Ein anderer Knabe setzt sich geschmeidig an den leergewordenen Tisch und isst die Resten auf den Tellern geschwind auf. Gianni und Chiara beobachten schweigend diese Szene.
Tags darauf tuckern wir auf einem schmalen Schiffchen den Flusswindungen entlang zum Tonle Sap, dem grossen See. Diesen überqueren wir, um im Fluss Siem Reap zur Stadt Siem Reap zu gelangen. Zwei der Länge nach angebrachte Bänke geben Platz für uns zirka 22 Passagiere. Fünf Stunden soll die Fahrt dauern, erklärt uns der Guide, im Buch steht, dass je nach Wasserstand die Fahrt zwischen 3 und 7 Stunden dauert, wir benötigen 7, 5 Stunden. Schön ist die Fahrt, an Dörfern vorbei, durch die schöne Landschaft und den weiten See. Aus dem See fliesst ein brauner Fluss bis nach Phnom Penh, der dort in den blaugrün schimmernden Mekong mündet. In der Regenzeit, wenn der Mekong von Laos her viel Wasser mit sich bringt, sucht sich dieses Wasser auch einen Weg in diesem Fluss und lässt diesen bis zum See hinauf in die andere Richtung fliessen.
In Siem Reap erwarten uns die vielen Tempelanlagen von Angkor, von denen wir einige in den nächsten Tagen besichtigen. Angkor Thom war die erste Hauptstadt, die von einer 3 mal 4 km langen Mauer umgeben ist. Darum liegt ein riesiger Wassergraben, der die sieben Ozeane darstellen soll. Über eine lange Brücke, genannt der Regenbogen, gelangen wir von der Erde zum Himmel, sprich zur Anlage. Der Haupteingang liegt wie bei allen Tempeln auf der Ostseite, wo die Sonne aufgeht und das Leben beginnt.Die Stadt ist wie alle Angkor Tempel in die Höhe gebaut und hat 54 Türme, die an jeder Seite mit vier Gesichtern geschmückt sind. Früher war Kambodscha viel grösser, Teile von Thailand, Laos und ganz Südvietnam gehörte zum Khmerreich und bestand aus 54 Provinzen, von welche jede in vier Distrikte unterteilt war!
Die Khmertempel entstanden aus einer hinduistischen Kultur, die den Göttern Shiva, Vishnu und Brahma, um nur die drei geläufigsten zu nennen, huldigt. Da die Götter im Himmel wohnen, sind diese Tempel in die Höhe gebaut, ganz entgegen den Pagoden und Tempel in Vietnam, die aus einem buddhistischen Glaubensverständnis gebaut sind. Da Buddha ein Mensch war, der durch seine Meditation zur Erleuchtung kam, blieb er irdischen Ursprungs. Deshalb sind diese Pagoden und Tempel eher flach und lang gestreckt gebaut. Spannend.
Angkor Wat war ein Grabdenkmal. deshalb ist der Hauteingang im Westen, wo das Leben zu Ende geht.
Vieles gäbe es noch zu sagen, aber in den Führern steht alles noch viel exakter.
Am letzten Tag besuchen wir eine Seidenraupenzucht. Dieser Ort ist gleichzeitig ein Ausbildungszentrum, das den Bauersfrauen und -männern die Chance gibt, in 6 bis 12 Monaten sich als Weberin, Färberin,oder Steinmetzen auszubilden.




___________________
zie voor meer: foto's van de tempels
für mehr: Fotos von den Tempeln
___________________
